Steeds meer huisartsen ervaren dat werken met Positieve Gezondheid veel oplevert. Het helpt om een ander gesprek te voeren met de patiënt. De focus ligt niet op ziekte, maar op wat er wél kan. Dat is prettig voor de patiënt. En ook voor de huisarts. Maar hoe zetten we Positieve Gezondheid in? Daar biedt dit handboek nuttige handvatten voor!Dit boek zit boordevol tips, vertelt de ontstaansgeschiedenis en geeft praktijkvoorbeelden. Het neemt je mee in het gedachtegoed van Positieve Gezondheid - dat nadrukkelijk oog heeft voor wat betekenisvol is voor de patiënt. Maar bovenal nodigt dit boek je uit om met Positieve Gezondheid aan de slag te gaan in de spreekkamer, in de praktijkorganisatie en in de wijk. Want juist in samenhang zit de kracht. In al die onderdelen ervaar je hoe Positieve Gezondheid naadloos aansluit bij de kernwaarden en uitdagingen van de huisartsgeneeskunde.
Het handboek is bedoeld voor professionals in de huisartspraktijk - en voor wie daarvoor in opleiding is. Tal van huisartsen hebben meegedacht over wat zij in dit boek willen terugvinden. De uitgave is dan ook onmisbaar voor wie met Positieve Gezondheid betekenisvolle huisartsenzorg wil bieden.
Over de auteurs
Machteld Huber is voormalig huisarts en grondlegger van Positieve Gezondheid. Huisartsen Hans Peter Jung en Karolien van den Brekel-Dijkstra werken dagelijks met het gedachtegoed in de praktijk. Alle drie zijn ze verbonden aan het Institute for Positive Health. "Positieve Gezondheid is een stimulerende werkwijze om de problemen van patiënten in de huidige tijd te tackelen." - Ella Kalsbeek
Dit boek helpt mensen met een heup- of knieprothese gezond en fit ouder te worden. In eerste instantie door lichamelijke revalidatie en fysieke inspanning, maar ook bijvoorbeeld door de terugkeer naar werk. Het boek is bedoeld voor (familie van) personen die binnenkort een heup- of knieprothese krijgen of er al één hebben. Ook is het een goede informatiebron voor (para)medici.
Een nieuwe heup of knie gaat verder dan de gebruikelijke patiëntenvoorlichting. Zo leest u over artrose, de gewrichtsvervangende operatie, de revalidatie, oefeningen die thuis gedaan kunnen worden, seksuele activiteit, terugkeer naar het werk en het belang van lichamelijke en sportieve activiteiten. Dat laatste is extra belangrijk voor mensen met een heup- of knieprothese. De prothese groeit namelijk beter vast en het valrisico vermindert. Ook leest u over de zaken waar rekening mee gehouden moet worden bij fysieke inspanning: bewegingsbeperkingen en slijtage, bijvoorbeeld. En over de invloed van gezonde voeding en overgewicht op de levensduur van de prothese.
De onderwerpen in dit boek zijn gekozen op basis van vragen en opmerkingen van mensen die zelf een prothese krijgen of hebben. De voorbeelden komen uit de praktijk en de concrete adviezen sluiten daar naadloos op aan.
Een nieuwe heup of knie is geschreven door een multidisciplinaire groep deskundigen, zodat alle aspecten waar de patiënt mee te maken krijgt, behandeld worden.
Begeleiding en behandeling van patiënten met hypertensie maakt deel uit van het dagelijks werk binnen de huisartspraktijk: één op de vier volwassenen heeft een te hoge bloeddruk. Het meten van de bloeddruk is daardoor één van de meest voorkomende handelingen. Bètablokkers en plaspillen behoren tot de meest voorgeschreven geneesmiddelen in Nederland, toch blijken veel patiënten die voor bloeddrukbehandeling in aanmerking komen niet goed ingesteld. Hypertensie is, samen met een verhoogd cholesterol en roken, verantwoordelijk voor 80% van alle hart- en vaatziekten. Het doel van deze praktische leidraad is een handvat te bieden om patiënten met hypertensie te identificeren, te behandelen en te controleren. Handelen bij hypertensie geldt als een onmisbaar boek voor de professionele praktijkondersteuner. Er komen verschillende aspecten van hypertensie aan de orde, waaronder de oorzaken en gevolgen van hypertensie, het meten van de bloeddruk, het behandelen van hypertensie en de behandeling van specifieke patiëntgroepen. Ook zijn er hoofdstukken gewijd aan hypertensie in de praktijk en de rol van de praktijkondersteuner, waarin onderwerpen worden behandeld als: het schatten van het cardiovasculair risico, leefstijladviezen, medicamenteuze behandeling, therapietrouw en juridische aspecten. De diverse casussen met uitwerkingen verhelderen hoe de richtlijnen in de praktijk kunnen worden uitgevoerd. Handelen bij hypertensie is het vierde deel in de POH-reeks; een reeks primair bedoeld voor praktijkondersteuners, praktijkverpleegkundigen en praktijkondersteuners in opleiding, maar zal daarnaast zeker ook nuttig zijn voor huisartsen. Door aandacht te besteden aan een diversiteit aan praktische onderwerpen, krijgt de praktijkondersteuner handvatten geboden die ter ondersteuning zullen zijn bij de uitoefening van het dagelijks werk binnen de praktijk.
Dit boek is geschreven voor alle mensen die geïnteresseerd zijn in verdere professionalisering van de voetreflexzonemassage en vo- diagnostiek. Het kent inmiddels een achtste druk en is in de loop der tijd steeds aangevuld met nieuwe wetenswaardigheden die uit de diagnostiek naar voren zijn gekomen. Dit boek is bedoeld als een handleiding. Het biedt een groot aantal stellingen gebaseerd op tekeningen, kleurschakeringen en gevoe- matige waarnemingen van de voeten. Het nodigt u uit deze op hun werkzaamheid te toetsen. Dit kan leiden tot het vinden van úw un- ke manier van diagnosticeren en, daarop voortbouwend, masseren. De bedoeling is u aan te zetten tot denken over waar u, als masseur, mee bezig bent. Het vraagt u om uit uw vaste denkpatroon te stappen en andere ideeën als bruikbaar te zien. Dit vraagt moed en (kritische) openheid. Om u daarin te steunen is het boek heel schematisch opgebouwd. De filosofie en theorie komen in het eerste deel uitgebreid aan bod. In het tweede deel worden de verschillende organen en orgaansys- men beschreven. De overzichtelijke opbouw per orgaan bestaat uit anatomie, fysiologie, symboliek, plaatsbepaling, diagnostiek van het reflexgebied en massage. Dit zal het opnemen van de leerstof en het gebruik als naslagwerk vergemakkelijken. In deel III zijn meerdere foto's van voeten opgenomen, zodat u uzelf kunt toetsen en enige praktijkervaring kunt opdoen.
Behandelaren in de GGZ worden in toenemende mate geconfronteerd met mensen met antisociale problematiek. Dit praktijkboek geeft handvatten voor de behandeling van mensen met antisociaal gedrag voortkomend uit persoonlijkheidsproblematiek. De handvatten zijn gebaseerd op wetenschappelijke kennis en best practices. Het boek is bedoeld voor psychologen, psychiaters, maatschappelijk werkenden en (sociaalpsychiatrisch) verpleegkundigen werkzaam binnen de reguliere en forensische GGZ.
Praktijkboek antisociaal gedrag en persoonlijkheidsproblematiek laat aan de hand van praktijkvoorbeelden zien hoe de behandelaar kan omgaan met specifieke behandelsituaties en hulpvragen als agressie, middelengebruik en suïcidaliteit. Daarnaast beschrijft het boek methodes om cliënten en hun sociale omgeving te helpen het antisociale gedrag te veranderen of er beter mee om te gaan. Ook wordt er aandacht besteed aan de emoties die deze cliënten oproepen bij behandelaren en aan de vraag hoe behandelaren hier effectief mee om kunnen gaan.
Het eerste deel beschrijft argumenten voor en tegen het behandelen van mensen met antisociaal gedrag of antisociale persoonlijkheidsproblematiek. Daarna worden de mogelijkheden van het doen van diagnostiek en risicotaxatie binnen de reguliere GGZ beschreven en wordt stilgestaan bij het belang van de therapeutische relatie. Vervolgens worden theorieën en technieken beschreven om de doelgroep te motiveren voor behandeling.
In het tweede deel staan de meer specifieke problematieken van de doelgroep centraal, zoals het voorkomen en behandelen van agressie, omgaan met verslavingsproblematiek en suïcidaliteit. Het derde deel beschrijft specifieke behandelmethodieken, waaronder Dialectische gedragstherapie, de forensische variant van Schemagerichte therapie, Farmacotherapie, Systeemtherapie en een meer outreachende benadering.
Praktijkboek antisociaal gedrag en persoonlijkheidsproblematiek is geschreven onder redactie van Dr. Madeleine Rijckmans, Dr. Arno van Dam en Dr. Wies van den Bosch. Zij werken alle drie als behandelaar in de klinische (forensische) praktijk en doen wetenschappelijk onderzoek. Ook zijn ze lid van het internationaal Podium Antisociaal Gedrag van waaruit ze proberen de behandelpraktijk voor deze doelgroep te verbeteren.
Increasing numbers of general practitioners are discovering the benefits of working with Positive Health. It helps to talk with patients in a different way, with a focus on possibilities rather than on the impossibilities related to a particular health problem. This is good for the patient. And for the general practitioner. But how do we apply Positive Health? This handbook provides useful tools!The book is full of tips, tells the story of how the concept was first developed and gives practical examples. It explains the underlying scientific basis of Positive Health - with a clear emphasis on what is meaningful to patients. And, above all, this book invites you to start working with Positive Health on various levels - in your consulting room, your practice and in the local community. Because cooperation and combined effort are key. You will experience how Positive Health seamlessly fits the core values and challenges of all aspects of primary care.
The handbook is intended for all primary care professionals as well as those who are still in training. It describes the Dutch health care system and the experiences related to inspiration, implementation and the anchoring of the Positive Health concept into this system. The publication is indispensable for anyone who wants to provide meaningful primary care using the Positive Health concept.
`When I heard about Positive Health and the spider web, I felt that it gave us a much wanted tool to empower our patients and the community.'
Elínborg Bárðardóttir, general practitioner & programme director primary care training, Primary Healthcare in Iceland
Dit boek helpt professionals in de GGZ bij de bejegening, communicatie, diagnostiek en behandeling van patiënten met een laag IQ. Juist patiënten met een lager IQ hebben een groter risico op het ontwikkelen van allerhande psychiatrische stoornissen. Onjuiste diagnostiek of een niet-aansluitende behandeling veroorzaakt onnodig lijden bij de patiënt en hoge maatschappelijke kosten.
Circa 15% van de Nederlandse bevolking heeft een IQ onder de 85, waarbij psychiatrische stoornissen drie tot vier keer vaker voorkomen dan bij een normaal begaafde populatie. Psychiatrische aandoeningen worden in deze patiëntengroep, bij gebrek aan specifieke richtlijnen, zowel onder- als over gediagnosticeerd. Behandelmogelijkheden aangepast aan het cognitieve niveau zijn vaak niet algemeen bekend of niet voorhanden.
Behandeling van patiënten met een laag IQ in de GGZ geeft handvatten voor het herkennen van deze patiëntengroep in de dagelijkse GGZ-praktijk. Het gaat uitgebreid in op diagnostiek en behandeling van deze groep. Het leert u hoe u effectief met deze patiënten een gesprek kunt voeren. Door het hele boek heen zijn diverse aansprekende casussen verwerkt.
Het boek richt zich op psychiaters, psychologen en verpleegkundigen en andere professionals werkzaam in de GGZ-praktijk. Het boek is ook goed bruikbaar in opleidingen binnen de GGZ.
Dit handboek geeft professionals concrete suggesties over het voeren van gesprekken met kinderen en jongeren van wie de ouders gescheiden zijn. Hulpverleners lezen wat die kinderen te doen staat en krijgen gesprekstechnieken aangereikt om hen daarbij te helpen. Bovendien biedt het boek materiaal voor hulpverleners die ouders begeleiden in het omgaan met hun kind na scheiding. Een aantal hoofdstukken in Praten met kinderen en jongeren over scheiding zijn ingedeeld naar praktische thema's waar kinderen mee te maken krijgen na een scheiding. Behalve achtergrondinformatie en technieken geeft het boek ideeën voor en praktische voorbeelden van gesprekken voeren en werken met kinderen van verschillende leeftijden.Auteur drs. T.G. van den Berg is senior GZ-psycholoog kind & jeugd en Orthopedagoog-Generalist. Ze ontwikkelde !JES het brugproject, een erkende effectieve jeugdinterventie voor kinderen en ouders na scheiding. Ook traint ze professionals om met deze methodiek te werken. In haar praktijk !JES jij en scheiden werkt zij met kinderen en ouders na scheiding. Van den Berg verzorgt scholing voor scheidingsprofessionals, is Bijzondere Curator bij de rechtbank en geeft aan de Rijksuniversiteit Groningen het blok Ouderschap na scheiden aan studenten Orthopedagogiek-Generalist.
Bij het beschrijven van de gezondheid en ziekte van kinderen, uitgaande van de dagelijkse praktijk is gekozen voor verschillende ingangen. Enerzijds vanuit de klachten waarmee kinderen (en hun ouders) zich presenteren en anderzijds met de ziekte of het syndroom als uitgangspunt. Verder komt naast spoedeisende problemen de zorg voor de pasgeborene en de ontwikkeling van kinderen aan de orde. In deze 5e editie Alle hoofdstukken zijn voor deze 5e editie gereviseerd en waar nodig geactualiseerd. Er zijn twee hoofdstukken toegevoegd, een over gedragsproblemen bij kinderen waaronder ADHD en een over ernstige bacteriële infecties zoals de meningokokkenziekte. Bij de adviezen over voorschrijven en doseren van geneesmiddelen bij kinderen is in deze uitgave gebruik gemaakt van Het Kinderformularium (www.kinderformularium.nl).
Een patiënt met een mogelijke hart- of vaatziekte heeft belang bij een zorgvuldige anamnese als uitgangspunt voor de juiste diagnose en behandeling. Het lichamelijk onderzoek gaat daarbij hand in hand met het anamnestische gesprek. Dit onderzoek dreigde in de laatste jaren echter in het gedrang te komen door de populariteit van (beeldvormende) diagnostische technieken. Inmiddels zien velen weer in dat de bruikbaarheid van aanvullende technieken wordt bepaald door de juiste indicatie, gebaseerd op een gerichte anamnese.De auteurs, allen met ruime ervaring in het medische onderwijs, behandelen op systematische wijze de anamnese en het lichamelijk onderzoek. Zij benadrukken in dit rijk geïllustreerde handboek de voorspellende waarde van zowel anamnestische gegevens als bevindingen bij het lichamelijk onderzoek. De opgenomen fonocardiogrammen onderbouwen de waarde van auscultatie. De lezer wordt gewezen op gangbare fouten en misvattingen bij bloeddrukmeting. Meting van de centraalveneuze druk, door velen moeilijk gevonden, wordt in detail behandeld en met schema's en foto's ondersteund. Het boek verwijst naar webpagina's over auscultatie en lichamelijk onderzoek. Achtergrondinformatie wordt als kadertekst aangeboden, zodat de lezer voor meer of minder informatie kan kiezen.Anamnese en lichamelijk onderzoek van hart en perifere arteriën ondersteunt de dagelijkse praktijk van studenten, coassistenten, arts-assistenten in uiteenlopende specialismen, cardiologen, huisartsen, physician-assistants en anderen die werkzaam zijn in de zorgsector en belangstelling hebben voor de diagnostiek van harten vaatziekten.
Dit boek biedt de huisarts een geheel op de huisartspraktijk gerichte hulp bij de interpretatie van oogheelkundige klachten en het te volgen beleid. De opzet van de auteurs is de oogheelkunde voor de huisarts toegankelijker en efficiënter toepasbaar te maken in de dagelijkse praktijk.Tijdens het spreekuur is de huisarts vooral gebaat bij ondersteuning in het klachtgericht redeneren en daarom is zoveel mogelijk gekozen voor een hoofdstukindeling op basis van de klacht waarmee de patiënt met een oogprobleem zich meldt. Door het ruimschoots invoegen van kenmerkende casuïstiek is de specifieke problematiek herkenbaar gemaakt. Ieder hoofdstuk is tevens voorzien van illustraties die werden gekozen met in gedachten de omstandigheden waaronder het oogheelkundige onderzoek in de huisartsenpraktijk plaatsvindt.Ieder hoofdstuk bevat naast een uitvoerige beschrijving van de klachten achtergrondinformatie, bedoeld als verdiepingsstof over het onderwerp dat aan de orde is. Naast de klachtgerichte kern van het boek zijn enkele hoofdstukken toegevoegd die de tweedelijnsdiagnostiek, het oogheelkundige onderzoek in de huisartsenpraktijk, de praktijkinrichting en de vaardigheden en de anatomie behandelen, alsmede een lijst met veel gebruikte afkortingen.Uitgebreide literatuuropgaven zijn achterwege gelaten. Wel wordt aan het eind van ieder hoofdstuk een leesadvies gegeven, waar nog extra informatie over het betreffende onderwerp gevonden kan worden.
Hart- en vaatziekten zijn een belangrijke doodsoorzaak in de westerse wereld. Veel voorkomende oorzaken zijn onder andere het hartinfarct, het herseninfarct (beroerte) en een hoge bloeddruk. De Vasculaire geneeskunde analyseert en behandelt aandoeningen, maar heeft ook oog voor de risicofactoren die eraan ten grondslag liggen (zoals suikerziekte, overgewicht of een hoog cholesterolgehalte).Vasculaire aandoeningen bespreekt de aandoeningen en risicofactoren van hart- en vaakziekten steeds tweeledig. Elk van de eerste dertien hoofdstukken bestaat uit een algemeen deel en een klachtgericht deel. In het algemene deel is er aandacht voor onder andere epidemiologie, diagnose, preventie en behandeling van de betreffende aandoening.In het klachtgerichte deel geeft het boek aan de hand van casuïstiek verhelderende voorbeelden, die de huisarts goed van pas komen in zijn praktijk. Bovendien bevatten deze delen leesadviezen, zoals verwijzingen naar NHG-standaarden, CBO-richtlijnen en websites.Het laatste hoofdstuk is volledig gewijd aan de rol van de nurse practitioners en praktijkverpleegkundige in de Vasculaire aandoeningen.
Het Gynaecologisch Formularium geeft een overzicht van de meest voorkomende gynaecologische aandoeningen in de dagelijkse algemene praktijk en is daarmede in de eerste plaats bedoeld voor huisartsen (in opleiding) en medische studenten, in het bijzonder co-assistenten.
1.1.1 de wereld verandert ¨ Tandartsen en mondhygienisten werken in een omgeving die in een snel tempo ingrijpend verandert. Zo is het `monopolie' van de tandarts als enig verantwoordelijke voor de mondzorg aan het verdwijnen. Het aantal soorten hulpverleners is gestegen. Door de explosief toe- mende kennis worden professionals steeds meer afhankelijk van de kennis en diensten van andere disciplines. De vanzelfsprekendheid van het `eigene' van het vakgebied verdwijnt daardoor. In de mo- zorg moeten tandartsen hun eigen `professionele ruimte' meer en meer delen met anderen. Ook is binnen de kring van tandartsen een proces van steeds verdergaande specialisatie op gang gekomen. De burger als consument wordt steeds kritischer en wil waar voor zijn geld, mede omdat hij wordt geconfronteerd met meer en hogere eigen betalingen. De consument/patie¨nt is bovendien beter ge¨?nformeerd, bijvoorbeeld door de mogelijkheden van het internet. Er wordt meer verantwoording en transparantie van de professional gevraagd. - vermijdelijk is ook de positie van de tandarts veranderd. De tandhe- kunde was van oorsprong een technisch en curatief beroep. In enkele generaties heeft de tandarts zich ontwikkeld van een uit het gil- systeem voortgekomen technische vakman tot een academisch - vormde manager in de mondzorg. Een probleemoplossende aanpak is belangrijk geworden. Tandartsen krijgen steeds meer te maken met verantwoordelijkheid voor de organisatie en de afstemming van de zorg en ook met managementvraagstukken.
In dit boek wordt een min of meer compleet overzicht gegeven van de nefrologie voor zover relevant voor de huisarts. Huisartsen hebben dagelijks met nefrologie te maken. Veel aandoeningen gaan gepaard met nierfunctiestoornissen en deze hebben niet alleen een verband met klachten maar ook met medicatiegebruik en ten slotte met de levensverwachting.
`The greatest danger in times of turbulence is not the turbulence; it is to act with yesterday's logic. ' (Peter Drucker) Jarenlang was het `slechts' een gespreksthema, maar tegenwoordig is het de nieuwe werkelijkheid in de zorgsector: gereguleerde marktwerking. Je kunt erover discussiëren of het noodzakelijk of wenselijk is en of het de beoogde effecten teweegbrengt, maar je kunt er niet omheen. Onder het wakend oog van beleidsmakers en toezichthouders wordt een nieuw spel gespeeld, het spel van de markt. En voordat je in dat spel kunt w- nen, zul je er eerst aan moeten wennen. Wennen aan de nieuwe spe- regels, die nog niet uitgekristalliseerd zijn. Wennen aan de nieuwe rol als marktpartij, die onwennig aanvoelt. Wennen aan het veranderende gedrag van de andere spelers. Wennen aan de nieuwe spelers. Wennen aan de nieuwe taal, de taal van markt en marketing. De nieuwe werkelijkheid in de zorgsector roept allerlei nieuwe vragen op.
In 1971 werd de eerste continue morbiditeitregistratie in Nederland gestart, de CMR-Nijmegen. Sindsdien leggen de huisartsen uit de vier deelnemende praktijken alle gezondheidsstoornissen vast die de patiënten uit deze praktijken doormaken en die bij hen zijn vastgesteld door de eigen huisarts, waarnemend huisartsen, praktijkassistenten en medisch specialisten.
Uitgaande van dit inmiddels zeer grote en rijke databestand beschrijven de CMR-artsen in dit boek meer dan 150 ziekten en aandoeningen. Zij bespreken klinisch beeld, beloop, prognose en behandeling in relatie tot de epidemiologische kenmerken van deze ziekten en aandoeningen.
Centraal staan de veranderingen in de frequentie van vóórkomen in de loop van de registratieperiode en de incidentie- en prevalentiecijfers naar leeftijd en geslacht. Deze worden, waar relevant, aangevuld met gegevens over het vóórkomen naar jaargetijde en sociaal-economische klasse. In deze vijfde druk van Ziekten in de huisartspraktijk zijn de registratiegegevens van 1985 tot en met 2006 opgenomen en de nieuwste inzichten verwerkt. Bovendien zijn de teksten aangescherpt en gestroomlijnd met de inhoud van de NHGstandaarden.
Van het maken van een ondernemingsplan, het doen van een marktanalyse, de keuze van je praktijkvorm, het vinden van een praktijkruimte, het ontwikkelen van een huisstijl, het werven van cliënten, het onderhouden van je netwerk, de beroepsverenigingen, de beroepscode, de overheid, ziektekostenverzekeraars, belastingzaken, verzekeringen, de wetgeving, de politiek tot aan de boekhouding en de administratie. Alles wat er komt kijken rondom het organiseren van je werk.Maar ook: welke kwaliteiten heb je nodig om het als vrijgevestigde psycholoog te kunnen redden? Durf je initiatief te nemen? Jezelf te profileren? Op mogelijke verwijzers af te stappen? Wat zijn je capaciteiten en aan welke verbeterpunten kun je werken?Na het lezen van dit boek kun je voor jezelf een gemotiveerde beslissing nemen of het starten van een praktijk voor jou de juiste keuze is. En als deze beslissing positief uitvalt, biedt dit boek je meteen een handreiking zodat je weet waar te beginnen en wat je af kunt vinken om je praktijk in de steigers te zetten. Succes!